UNICEF: aantal aanvallen op kinderen afgelopen tien jaar enorm toegenomen

Kinderen betalen een dodelijke prijs voor de conflicten in de wereld. Dat zegt UNICEF aan het eind van een bloedig decennium. Sinds 2010 verifieerden de VN meer dan 170.000 gewelddadigheden tegen kinderen in conflictsituaties – gemiddeld meer dan 45 per dag.  

Het aantal landen in conflict is op dit moment het hoogste sinds in 1989 het Kinderrechtenverdrag werd aangenomen. Door de tientallen conflicten overlijden kinderen, raken ze gewond of moeten ze hun huis ontvluchten. ‘Conflicten duren langer, veroorzaken meer bloedvergieten en eisen meer jonge levens’, stelt Henrietta Fore, directeur van UNICEF Internationaal. ‘Aanvallen op kinderen gaan onverminderd door. De strijdende partijen overtreden daarmee een van de basisregels van oorlog. Voor elke geweldsdaad tegen kinderen waarover we in de media lezen, zijn er vele die onvermeld blijven.’

In 2018 verifieerden de VN meer dan 24.000 ernstige geweldsdelicten tegen kinderen, meer dan twee en half keer zoveel vergeleken met 2010. Onder geweld tegen kinderen wordt verstaan het doden, verminken, ontvoeren, verkrachten of rekruteren van kinderen, maar ook het geen toegang geven tot hulp en aanvallen op scholen of op ziekenhuizen.

Meer dan 12.000 kinderen werden gedood of verminkt in 2018. Het grootste aantal door aanvallen vanuit de lucht en door explosieven zoals landmijnen, mortieren, luchtafweergeschut, clustermunitie en geïmproviseerde bommen. Aanvallen en geweld tegen kinderen zijn in 2019 niet afgenomen. Gedurende de eerste helft van het jaar verifieerden de VN meer dan 10.000 van zulke overtredingen tegen kinderen – het aantal feitelijke aanvallen zal ongetwijfeld hoger zijn.

• In januari stierven tenminste 32 kinderen in Syrië door geweld en de extreem winterse condities.
• In februari waren er verscheidene gewelddadige aanvallen tegen ebola behandelcentra in Congo.
• In maart overleden tenminste 85 kinderen na een aanval door een gewapende groep in een dorp in Mali, de aanval op een ander dorp doodde nog eens 24 kinderen.
• In april stierven 14 kinderen en raakten er 16 ernstig gewond bij een aanval dichtbij twee scholen in Sana’a, Jemen. Een op de vijf scholen in het land kan niet meer gebruikt worden vanwege de oorlog.
• In mei vroeg UNICEF aan regeringen om kinderen van hun eigen nationaliteit op te halen uit noordoost Syrië. Bijna 28.000 buitenlandse kinderen uit meer dan zestig landen zitten in kampen en detentiecentra. Eveneens in mei maand kwamen meldingen over kinderen die waren gedood door het opgelaaide geweld in Myanmar.
• In juni werden 3 kinderen gebruikt bij een bomaanslag bij een voetbalwedstrijd in Nigeria, waarbij 30 mensen omkwamen en 48 gewond raakten. In de eerste helft van de maand kwamen tenminste 19 kinderen om bij protesten in Soedan. 49 kinderen raakten gewond.
• In juli werden 32 kinderen bevrijd uit gewapende groepen in Zuid Soedan, maar volgens schattingen van UNICEF worden in het land nog altijd duizenden kinderen als kindsoldaat ingezet.
• Door luchtaanvallen in noordwest Syrië overleden in één weekend in augustus 16 kinderen.
• In september rapporteerde UNICEF dat 2 miljoen kinderen in Jemen vanwege het conflict niet naar school gaan.
• In oktober stierven 5 kinderen door een uitbarsting van geweld in Syrië, 26 kinderen raakten gewond.
• In november stelde UNICEF vast dat meer dan 855.000 kinderen in Kameroen niet naar school kunnen door geweld en instabiliteit.
• In december werden 5 kinderen gedood toen gewapende mannen in een kerk in Burkina Faso gingen schieten. In oostelijk Oekraïne werden dit jaar 36 aanvallen op scholen gerapporteerd.

UNICEF roept alle strijdende partijen op internationale wetgeving te respecteren en geweld tegen kinderen en tegen burgerdoelen te stoppen. UNICEF roept ook partijen met invloed op conflicten op om die invloed te gebruiken om kinderen te beschermen.