Hieronder een persoonlijke bijdrage van een hulpvraagster van Er is Hulp. Meer weten over de AbortusPilStopper? Klik hier.
Het werk van het Humanistisch Verbond wordt door mij altijd erg op prijs gesteld. Zij staan voor de keuzevrijheid van individuen en voor een eigen verantwoordelijkheid. Ook ik vind de keuzevrijheid van individuen erg belangrijk en stel graag vragen uit nieuwsgierigheid naar de verantwoording van deze keuzen. Toch speelt er een actuele kwestie waarbij ik geen herkenning vind, maar verontwaardiging. Dat betreft de houding van het Humanistisch Verbond tegenover christelijke organisaties die hulp willen bieden aan vrouwen die ‘ongewenst zwanger’ zijn. Ik wil u als lezer meenemen in deze verontwaardiging vanuit de vraag of deze terecht is of wel degelijk past in de visie binnen het Humanistisch Verbond.
Voordat ik meer vertel over deze verontwaardiging wil ik eerst iets zeggen over mijn verwondering bij het gebruik van het begrip ‘ongewenst zwanger’. Het begrip ‘ongewenst zwanger’ geeft mij namelijk direct het gevoel dat er slechts twee typen zwangerschappen zijn: gewenst en ongewenst. Ik kan u zeggen: dat is niet zo. Ik zelf ben op dit moment voor de zesde maal zwanger. Deze zwangerschap was ongepland. En er is een aantal weken geweest waarin ik niet wist of deze zwangerschap gewenst was of niet. En juist tijdens die weken zat ik met een enorm groot zingevingsvraagstuk. Maar diverse hulporganisaties beoordeelden deze zwangerschap direct met ‘ongewenst’ en stuurden mij door naar informatie rondom het afbreken van de zwangerschap. Zo ben ik op gesprek geweest in een abortuskliniek. De mensen in de abortuskliniek konden goed luisteren en verstonden mijn enorme twijfel. Echter, meer dan raad geven over een abortus konden ze niet. De keuze die voor mij leek te liggen was een keuze die ik zelf moest maken.
Voor het maken van mijn keuze wilde ik graag alle informatie hebben rondom de keuze die ik niet alleen voor mijzelf moest maken, maar ook voor het kindje dat voor mijn gevoel al bestond. In de medische wereld spreken ze dan weliswaar met termen als ‘foetus’ of ‘levensvatbaar’: voor mij als moeder had dit kindje vanaf het begin een eigen leven en een eigen toekomst en had ik het gevoel alsof ik een keuze moest maken die niet van mij was. Wie ben ik om als moeder het leven van mijn eigen kind te beëindigen? Voor mijn, inmiddels, ex-partner ging dit denken veel te ver. Voor hem was deze zwangerschap zeker ongewenst. Van hem kreeg ik te horen dat zijn leven, wanneer ik deze zwangerschap door zou zetten, ten einde is. Ik stelde mezelf zoveel vragen. Wilde ik met deze keuze verantwoordelijk zijn voor de levensmoeheid van mijn ex-partner? Kan ik deze zwangerschap dragen? Hoe gewenst is een kindje dat slechts door één ouder gewenst is? Welk recht neem ik als moeder om een leven te beëindigen? Kan ik als moeder met deze keuze leven?
Geen enkele organisatie leek mij met bovenstaande vragen te kunnen helpen. Sterker nog: nadat ik de abortuskliniek vertelde hoe mijn ex-partner mij onder druk zette, gaven ze aan dat ze geen abortus meer wilden toepassen omdat ‘de wens geheel en alleen vanuit mij hoort te komen’. Ik begreep dus dat ik beter kon liegen over de druk van buitenaf, wanneer ik voor de ingreep koos. En dat deed ik. Op een vrijdagmiddag liep ik naar binnen, loog toen ik de vraag stelde of zij mij alsjeblieft wilden helpen om de zwangerschap te beëindigen, en nam ik een eerste abortuspil. Op de reis terug naar huis werd ik ziek. Ik vermoed dat ik tienmaal langs de kant van de snelweg ben gestopt om in de berm over te geven. Of dit een reactie op de medicatie is geweest of een reactie van mijn lichaam bij het maken van een keuze die zo erg indruiste tegen alles waar ik voor sta, weet ik niet.
Mijn ex-partner, een vrijdenker bij uitstek, vertelde ik dat ik de pil had ingenomen en ondanks mooie beloften van zijn kant uit over een gezamenlijke toekomst zonder extra kind, verbrak hij direct de relatie: “hij had er nog even goed over nagedacht.” Totaal in paniek kwam ik thuis. De spijt die ik had, over de keuze die ik gemaakt had, was enorm. Ik voelde me naïef, misbruikt, in paniek. Ik had geen grip op mijn leven en niet op de vragen die ik mezelf stelde. Het allerliefste wilde ik mijn grip terug. Mijn leven; mijn zelfbeschikking. Diezelfde avond ben ik op zoek gegaan naar informatie rondom de abortuspil. Hoe vaak mislukt de abortuspil? Kan ik de abortuspil nog ongedaan krijgen? Wat moet ik doen met zoveel spijt na het nemen van een abortuspil?
Ik stuitte op een organisatie, een christelijke (red. Er is Hulp), die aangaf vrouwen te kunnen en willen helpen na het nemen van hun eerste abortuspil. Ik schreef hen een bericht en diezelfde avond nog werd ik teruggebeld. En eindelijk, na weken onrust, kon ik mijn verhaal kwijt. Een heel lieve vrouw luisterde naar mij, gaf geen enkel oordeel en vroeg mij hoe ze mij kon helpen. Voor het eerst sprak ik uit: ‘geef me de regie terug over mijn leven en mijn keuze’. Ik wil de keuze zelf maken. Ze gaf mij de mogelijkheid om een arts te benaderen die een medicijn kon voorschrijven die de kans vergroot dat het kindje blijft leven en de abortus niet doorzet. Die kans heb ik met beide handen gegrepen. Of ik daarmee het leven van mijn kindje gered had, wist ik toen nog niet. Maar de kans om zelf opnieuw een keus te kunnen en mogen maken die niet bepaald wordt door emotionele verhalen van ex-partners of door organisaties die niet verder willen kijken dan alleen de mogelijkheid tot het doen van een abortus, greep ik met beide handen aan.
Een tijd van onzekerheid volgde. Op de achtergrond onderhield ik contact met de lieve vrouw die mij die vrijdagnacht te woord had gestaan. Ja, ze werkte voor een christelijke organisatie. Maar op geen enkele wijze, in tegenstelling tot de druk vanuit mijn directe omgeving en vanuit de samenleving, ontnam ze mij de ruimte om de keuze zelf te maken. Nu, negen maanden later, wacht ik, zeer gewenst, op dit mooie kindje. Mag een vrouw kiezen voor een christelijke vorm van zingeving?
Dat het Humanistisch Verbond de laatste maanden de politiek heeft opgezocht voor een kwestie waarbij gesuggereerd wordt dat er gestuurd wordt in de advisering door een christelijke organisatie, vind ik lastig. Het werkt, zo voelt het, polariserend. Kunnen we elkaar als organisaties niet veel beter opzoeken en onszelf de vraag stellen hoe we vrouwen die worstelen met een zwangerschap het beste kunnen helpen? Hebben de vrouwen niet allemaal het recht om vanuit een open grondhouding die informatie op te zoeken die zin geeft aan hun leven? Mag een vrouw kiezen voor een christelijke vorm van zingeving? Mag een vrouw kiezen tussen verschillende vormen van hulpverlening? Wordt een vrouw nu niet al gestuurd met termen als ‘ongewenst zwanger’ en het taboe op de druk vanuit de directe omgeving of samenleving?
Het zou mijn grote wens zijn wanneer de diverse organisaties meer vanuit compassie met elkaar werken aan het doel dat zij allen delen. Ik heb ontdekt dat een individu meer vanuit zijn/haar bedoeling moet leven. Dat wat ik laat zien, moet passen bij waar ik in geloof. Daar mag ik op vertrouwen. Op mezelf. En op de kunst om vragen te blijven stellen. De essentie van het leven zit, net zoals Jan Terlouw stelt, niet in het vinden, maar in het zoeken. Niet in de overwinning, maar in de strijd. Niet in het antwoord, maar in de vraag. Zelf denken, samen leven: werk samen.
(Uit Leef nummer 1, 2019, pagina 16)
N.B. De vrouw is inmiddels bevallen van een kerngezonde zoon!
Meer informatie over de AbortusPilStopper? Klik Hier.Hartelijk dank voor het lezen van dit artikel!
Dank voor uw gebed en donatie!