Tagarchief: Afghanistan

UNICEF gaat hulp aan kinderen in Afghanistan opschalen

Afghaans_meisje_op_de_vlucht-UN0502897
Lees het gehele artikel

In de loop van het jaar lijden naar schatting 1 miljoen kinderen aan ernstige acute ondervoeding. Zonder tijdige behandeling lopen zij gevaar te sterven. UNICEF verstrekt levensreddende vaccinaties, gezondheidszorg, voeding en water aan gezinnen en hoopt deze zorg uit te breiden naar gebieden, die voorheen niet konden worden bereikt.

“Miljoenen kinderen missen essentiële zorg, voeding, bescherming, onderdak en sanitaire voorzieningen. We kunnen niet toekijken hoe kinderen ernstig acuut ondervoed raken. Ook levensreddende vaccinatiecampagnes tegen polio en mazelen zijn onmisbaar. Daarom blijft UNICEF niet alleen in Afghanistan, maar wordt de hulp ook uitgebreid “, aldus Suzanne Laszlo directeur UNICEF Nederland.

UNICEF verwacht dat de humanitaire behoeften van kinderen en vrouwen de komende maanden nog meer zullen toenemen. Er heerst ernstige droogte in het land en water is schaars. Ook de sociaaleconomische gevolgen van de coronapandemie en de winter die er aan komt, maken dat nog meer kinderen hulp nodig hebben. Ongeveer 435.000 kinderen en vrouwen zijn in eigen land ontheemd. Sinds januari heeft de VN meer dan 2.000 ernstige schendingen van de rechten van kinderen gedocumenteerd.

Deze jongen liep ernstige brandwonden op tijdens een aanval op hun huis.  De mobiele gezondheidskliniek van UNICEF biedt medische zorg. © UNICEF

De afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet om de toegang van meisjes tot onderwijs te verbeteren. Het is van vitaal belang dat deze verworvenheden behouden blijven en dat alle meisjes in Afghanistan goed onderwijs krijgen. Naar schatting 4,2 miljoen kinderen gaan niet naar school, waaronder meer dan 2,2 miljoen meisjes.

UNICEF dringt er bij de Taliban en andere partijen op aan om UNICEF en partners veilige en onbelemmerde toegang te geven om kinderen in nood te bereiken, waar zij zich ook bevinden. Bovendien moeten we de ruimte hebben om te werken volgens de humanitaire beginselen van menselijkheid, neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid.

Artsen zonder Grenzen ziet toename patiënten in haar klinieken in Afghanistan

Lees het gehele artikel

Artsen zonder Grenzen ziet een toename van het aantal patiënten in haar medische faciliteiten in Herat, Kandahar, Khost, Kunduz en Lashkar Gah. Nu het geweld daar is gestopt sinds 16 augustus durven mensen de straat weer op voor bijvoorbeeld medische zorg. Door tekorten aan medisch personeel en apparatuur kunnen patiënten echter niet altijd de zorg krijgen die zij nodig hebben.  

Een overzicht van de medische zorg door Artsen zonder Grenzen in Afghanistan: 

Herat  

In de Kahdestan-kliniek in Herat ziet Artsen zonder Grenzen een toename van patiënten. In deze kliniek behandelt de  organisatie mensen met chronische ziekten als kanker, diabetes en hart- en vaatziekten. De toename in het aantal patiënten wordt ook verzoorzaakt doordat andere klinieken in de regio gesloten zijn. De organisatie ziet in haar COVID-behandelcentrum juist minder patiënten dan voorheen. Artsen  zonder Grenzen behandelde 555 mensen in de Kahdestan-kliniek tussen 9 en 16 augustus; 47 kinderen in het voedingscentrum, tussen 9 en 15 augustus en 200 mensen in het COVID-behandelcentrum waarvan 44 in kritieke toestand. 

Kandahar 

Tijdens de gevechten kon Artsen zonder Grenzen zorg blijven geven aan mensen met resistente tuberculose door online consulten. Maar ook doorvoldoende medicijnvoorraad aan patiënten mee te geven. De tuberculosezorg gaat nog steeds door. Het Haji-kamp waar 5000 mensen verbleven is nu grotendeels leeg. De tijdelijke kliniek die daar stond wordt verplaatst zodat de zorg voor kinderen onder de vijf jaar door kan gaan. Artsen zonder Grenzen behandelde 179 patiënten in het Haji-kamp. Tussen 10 en 16 augustus  werden er drie nieuwe patienten opgenomen in het tuberculose-behandelcentrum en 28 consulten gegeven.  

Khost 

Het werk in de kraamkliniek van Artsen zonder Grenzen in Khost en in de acht door Artsen zonder Grenzen ondersteunde gezondheidsposten gaat door. Het aantal patiënten is inmiddels  weer op normaal niveau. Tussen 15 en 17 augustus werden er 100 zwangere vrouwen opgenomen en 77 bevallingen begeleid. 

Kunduz 

Op maandag 16 augustus heeft Artsen zonder Grenzen alle patiënten verhuisd van de kliniek voor zwaargewonden naar het nieuwe traumacentrum. Hier staan 30 bedden en er is een operatiekamer. Tussen 9 en 14 augustus zijn er 63 patiënten behandeld die gewond zijn geraakt tijdens de gevechten.  

Lashkar Gah 

De afgelopen dagen was de spoedeisende hulp vol met mensen met ademhalingsproblemen, infecties, verwondingen door kogels en explosies en verkeersongevallen. Tussen 12 en 16 augustus heeft Artsen zonder Grenzen 105 chirurgische ingrepen uitgevoerd en 65 oorlogsgewonden behandeld.  Op 17 augustus werden er 815 patiënten behandeld op de eerste hulp en zorg gegeven aan 300 patiënten. De organisatie helpt momenteel bij zo’n 50 bevallingen per dag. 

“In Afghanistan voelde ik me echt thuis”

sewing-lessons-prison-4-Afghanistan-900×550-1
Lees het gehele artikel

Cor Verduijn, een van hen, kan het niet beter verwoorden: “Ik voelde me in dit land echt thuis en genoot van mijn werk.”

Zonder uitzondering benadrukken alle medewerkers hoe mooi het was om een steentje bij te dragen aan de capaciteitsopbouw in het land, denk bijvoorbeeld aan de bouw van scholen, het slaan van waterputten en het herstellen van huizen; maar ook aan de oprichting van vrouwengroepen en het bezoeken van vrouwen in de gevangenis. Liesbeth Verduijn, die samen met Cor van 2006 tot 2010 in Afghanistan was: “Ik ben God dankbaar dat ik mijn leven mocht delen met Afghaanse vrouwen en dat ik hen mocht laten weten dat zij kostbaar en waardevol zijn in Gods ogen. Zoals de schuchtere Aisa, die aarzelend instemde om mee te doen aan een naaicursus. Ze krijgt nu veel complimentjes voor haar werk. Ze is een mooie ontluikende bloem, door de aandacht die ze krijgt en de vaardigheden die ze opbouwt.”

Naailessen voor vrouwen in de gevangenis, op verzoek zijn ze onherkenbaar in beeld.

Motivatie

Waar haalden ZOA-medewerkers hun motivatie vandaan om door te gaan? Andries de Blaeij,  programmamanager en landendirecteur van 2012 tot 2018, zegt: “Afghanistan was precies de plek waar ZOA moest zijn, omdat miljoenen mensen het slachtoffer waren van conflicten en terugkerende rampen als overstromingen. Die noodzaak inspireerde mij iedere dag weer om me in te zetten.” Cor, programmamanager en landendirecteur van 2006 tot 2010, voegt eraan toe: “Alleen met Gods genade en door het harde werken van collega’s konden we mooie resultaten neerzetten. Eenvoudig was het zeker niet. Ik ontsnapte dan ook graag aan het kantoor door de projecten in het veld te bezoeken. Dat hielp me enorm om gemotiveerd te blijven. Ik herinner me dat ik weleens naar mijn collega keek met zo’n blik van: ‘Zullen we het doen, dit project ook nog?’ En dan stapten we er toch weer in, om de minstbedeelden te kunnen helpen.”

ZOA hielp – zeker ook in de winter – zeer arme families in Afghanistan.

Moeilijk

Ontkennen dat het moeilijk was, doet geen enkele medewerker. Rina Teeuwen, vanaf 2019 voor ZOA in Afghanistan, zegt: “Het was soms enorm frustrerend om in discriminerende situaties te werken. Mannen zijn hier zo gewend aan hun bevoorrechte positie dat ze helemaal geen erg hebben in het feit dat ze zo discriminerend bezig zijn. En vrouwen zijn zo gewend aan hun inferieure positie, dat het niet eens in hen opkomt om daartegen op te staan. Het onacceptabele wordt acceptabel. Bovendien leef je hier continue in onveilige situaties door de vele aanslagen. De mooie momenten – waarin je ziet dat deelnemers van projecten weer op eigen benen kunnen staan – je persoonlijke motivatie en het zien van de meerwaarde van je werk, heb je dan echt nodig om door te gaan.”

Een van de vele waterprojecten in Afghanistan – toegang tot schoon drinkwater!

Meerwaarde

Die meerwaarde bevestigt haar man en voormalig landendirecteur in Afghanistan (2009-2014) Joop Teeuwen: “ZOA werkte in provincies waar weinig andere organisaties waren. We reikten uit naar mensen die écht hulp nodig hadden. Met al zijn onvolkomenheden was ZOA er met een mix van professionaliteit en mededogen. In de afgelopen twintig jaar werkten in Afghanistan gemotiveerde en gepassioneerde collega’s, die het verschil maakten in de levens van heel wat mensen. Elke dag hoorden we verhalen van mensen die worstelden om te overleven, maar door tussenkomst van ZOA en andere organisaties weer in hun levensonderhoud konden voorzien.”

Een van de hoogtepunten tijdens zijn verblijf in Afghanistan was het Nationaal Solidariteitsprogramma.  Dorpsgemeenschappen moesten plannen indienen voor (meestal infrastructurele) projecten, die gefinancierd werden door de Wereldbank en gefaciliteerd door ZOA. “Het was een ambitieus plan, maar als ik dan ter plekke op bezoek kwam, kwam het helemaal tot leven. Op een dag bezocht ik een dorp in de provincie Saripul, waar de dorpelingen als project gekozen hadden voor een middelbare meisjesschool. Ik sprak met een aantal studenten en werd echt bemoedigd door hun aanstekelijke enthousiasme en ideeën over wat ze later in hun leven wilden worden.”

Jonge mensen werkten bij ZOA en zetten zich nu in voor de ontwikkeling van hun eigen land!”

Andries noemt een ander voorbeeld van ZOA’s meerwaarde in Afghanistan: “Het was enorm verheugend om jonge mensen die net van school kwamen, te laten werken bij ZOA. Vaak had deze groep moeite om een ​​baan te vinden, omdat organisaties meestal werkervaring vragen. Onder begeleiding van meer ervaren collega’s ontwikkelden deze jonge mensen zich tot sterke medewerkers die zich nu inzetten voor de ontwikkeling van hun eigen land!”

Moedig

ZOA brengt graag hoop en perspectief in crisisgebieden, dat gold dus ook voor Afghanistan. Rina: “Voor zowel collega’s als de projectdeelnemers wat het zo bemoedigend dat we bereid waren naar hen toe te komen en hen te laten weten dat ze niet vergeten waren. De vrouwelijke staf trok zich aan ons op. We waren er: voor degenen in de hoek waar de klappen vallen, bijvoorbeeld voor de vrouwen in de gevangenis. En we leerden ook van elkaar, bijvoorbeeld op de vrouwengroepen. De bemoediging en waardering waren wederzijds. ”

In Nuristan kregen vrouwen voorlichting over onder andere covid-19.

Petje af voor al die Afghanen die vallen en toch weer opstaan, zeggen onze medewerkers. Rina: “Je hebt veel moed nodig om telkens opnieuw te beginnen na een overstroming of droogte, nadat je je huis moest ontvluchten door gevechten, of na huiselijk geweld waarbij je de klappen moest incasseren.” Joop bevestigt: “Over het algemeen was de veerkracht van de Afghanen die ik ontmoette buitengewoon.” Inmiddels hebben sommige Afghaanse collega’s hun eigen organisaties opgericht om enkele projecten te kunnen voortzetten. Rina: “Laten we hen ondersteunen met gebed en aandacht, en als het kan financieel. Ze zijn het waard!”

ZOA vertrekt uit Afghanistan

Wash-point-Nangarhar-ZOA-1600×1200-1
Lees het gehele artikel

“Het gaat nog lang niet goed in Afghanistan, maar grote donoren willen er nauwelijks meer in investeren. Dat houden we niet meer vol.” Sommige lokale ZOA-medewerkers hebben hun eigen organisaties opgericht om enkele projecten te kunnen voortzetten.

Voetafdruk

In de afgelopen 20 jaar heeft ZOA veel noodhulp- en wederopbouwprojecten uitgevoerd, en dat was hard nodig. Afghanistan wordt niet alleen geteisterd door allerlei vormen van geweld, ook natuurrampen hebben de toch al kwetsbare bevolking hard getroffen. Zo verleende ZOA noodhulp na zowel overstromingen als bij grote droogte in verschillende delen van het land.  “ZOA laat een zichtbare voetafdruk achter”, zegt Rina Teeuwen, die namens ZOA in Afghanistan werkt. “We hebben het verschil kunnen maken in veel mensenlevens met onder andere praktische hulp: waterputten slaan, huizen herstellen, boeren helpen en meer dan 200 vrouwengroepen die opgezet zijn. Maar ook aan de sociale kant: van ondersteuning in een Vrouwengevangenis tot het bevorderen van vrede in gemeenschappen. Onze projecten strekten zich uit van Uruzgan in het gewelddadige zuiden tot in het onherbergzame noorden. We laten een duurzame erfenis achter.”

Pijnlijk

Ook Edwin Visser is dankbaar voor wat ZOA heeft kunnen betekenen in Afghanistan, maar hij vindt het vertrek toch pijnlijk. “Het is heel anders dan ons gelijktijdige vertrek uit Sri Lanka, waar we een redelijk stabiel land achterlaten dat we hebben geholpen van noodhulp naar wederopbouw. Het Afghaanse volk lijdt nog steeds onder natuurrampen, oorlogen, terrorisme en cultureel geweld. Het lukt ons de laatste jaren niet om voldoende financiering voor de projecten te krijgen. Daarom moeten we ons terugtrekken.”

Positief

Het vertrek van de Nederlandse hulporganisatie heeft ertoe geleid dat ZOA collega’s het initiatief hebben genomen om lokale organisaties op te zetten. Ze maken daarbij gebruik van de training en ervaring die ze tijdens hun ZOA periode hebben ontvangen en opgedaan. Ze krijgen ondersteuning bij het schrijven van de plannen. Rina Teeuwen is blij dat sommige projecten zo toch door kunnen gaan. “Ik vind het mooi om te zien dat het vergroten van de weerbaarheid van vrouwen iets heel concreets oplevert: onze vrouwelijke collega’s hebben hun eigen organisatie opgezet en fondsen geworven. Zij gaan dus door met ons programma. Dan draag ik het graag over!”

Winterkou in Afghanistan

ZOA
Lees het gehele artikel

Wij vinden vaak temperaturen onder 0 al koud. Toch kunnen we altijd een warm plekje vinden om op te warmen. Of dat nu in een supermarkt, een huis of een school is. Maar wat nu als je dat niet kan en het rond de -20 is? Wij vroegen het aan een ZOA medewerker die onder andere jarenlang in de Afghaanse winterkou heeft gewerkt.

Kan je eens iets vertellen over de winterkou in Afghanistan?
De temperaturen in Afghanistan lopen heel erg uiteen, dit heeft te maken met de berggebieden die het land rijk is. Hoe hoger je komt, hoe kouder het is. Temperaturen kunnen dalen tot -22. Zomers en winters zijn totaal anders. In de zomer valt er bijna geen neerslag en in de winter valt er veel sneeuw en regen. Dit is heel dubbel want mensen hebben deze neerslag echt nodig om te overleven. In veel gebieden in Afghanistan hebben mensen geen geïsoleerde huizen, je kan je voorstellen hoe koud het dan binnen is bij temperaturen van -20.

Naast de mensen die nog een huis hebben zijn er enorm veel ontheemden in Afghanistan. Dit aantal wordt ieder jaar groter. Deze mensen hebben huis en haard achtergelaten en moeten zien te overleven in tenten.

Wat ik nooit zal vergeten? Kleine kinderen met blote voeten in de kou en sneeuw. Simpelweg omdat ze niets hebben. Dat beeld is op mijn netvlies gegrift.

Hoe doen mensen dit? Overleven in zulke extreme omstandigheden?
Als mensen een huis hebben slapen ze met de hele familie rond een vuurtje in huis. Overdag wordt het vuur ook brandende gehouden en zitten mensen met zoveel mogelijk rondom een tafel die bedekt wordt met een kleed zodat je onderlijf, benen en voeten warm blijven. Echter, als mensen op de vlucht zijn hebben ze alles achtergelaten. Wat je vaak ziet is dat mensen elkaar opzoeken om warmte te krijgen en te geven. Daarbij zijn de enige hulpmiddelen waar ze gebruik van kunnen maken dekens. Zoveel mogelijk dekens.

Wat kan ZOA doen in een gebied als deze?
ZOA deelt winterkleding uit aan deze ontheemden maar ook dekens worden op grote schaal verspreid. Onder de ontheemden zijn een aantal gezinnen die familie in de buurt hebben. Zij hebben geluk en hebben een plek om hulp te ontvangen. Maar heel veel anderen hebben dit niet en zijn hulporganisaties hun enige redmiddel. In Afghanistan zijn er per jaar meer dan 250.000 ontheemden. Een enorm aantal waar wij ons geen voorstelling van kunnen maken.

Wat zijn de grootste uitdagingen in het werk in Afghanistan?
Het is enorm moeilijk om mensen goed te kunnen helpen als er voortdurend dreiging is van geweld. De situatie is extreem onveilig en dat voelen zowel de ontheemden als de hulpverleners. Daarnaast blijft het een uitdaging om mensen echt verder te helpen. Het vinden van een baan is moeilijk dus is zelfredzaamheid lastig te realiseren. Toch wil ZOA omzien naar mensen die in nood verkeren en Afghanistan is een plek waar dat meer dan nodig is.

Wij kunnen het niet alleen. Help jij ook mee en breng jij een beetje warmte?